Foto: © Albert Hagenaars, 2015.
DE BREDE VLEUGELSLAG VAN ROSE VANDEWALLE
Een keuze uit 30 jaar poëzie met Engelse vertaling
Ter gelegenheid van haar dertigjarige dichtersjubileum publiceert Rose Vandewalle (1942, Ieper) de tweetalige bloemlezing 'Zwanenzang / Swansong, 1982-2012, een selectie/ a selection'. De Engelse versie werd gemaakt door de deels Amerikaanse, deels Zuid-Nederlandse vertaalster Annmarie Sauer, zelf ook dichter. De Nederlandse tekst staat steeds op een linker pagina, de vertaling op de pagina daarnaast.
Het woord selectie roept bijna verkeerde verwachtingen op want Vandewalle, die journalistiek studeerde en een tijd in Amerika woonde, publiceerde net als haar voorbeeld Vasalis (naar wie zij in haar nawoord verwijst) slechts drie redelijk dunne bundels. Dat zijn achtereenvolgens ‘In haar zak een doek van staal’ (1986), ‘Laat de klok met rust’ (1992) en ‘Verwaaid’ (2006). Tussendoor staan echter ook gelegenheidsgedichten die zij in verschillende tijdschriften en themaboeken onderbracht.
Het boek bestaat uit drie delen van elk tien verzen die grotendeels overeenkomen met de drie genoemde bundels in volgorde van uitgave, waardoor de opbouw chronologisch is.
De titel van het overzicht komt voor in een naamloos gedicht uit haar debuutbundel dat een uitgesproken erotisch karakter draagt en aantoont dat Vandewalle dartel met de taal kan omgaan.
Weer verlangend naar je duizend handen
langs mijn lichaam
je lepe loopse tong
weer onze lijven overhoop
het klappen van de zweep indachtig
weer het woelige gehoer
en pal op de piek
het zingen van de kleine zwanenzang
een ochtend later
weer verlangend naar van vooraf aan
Door de keuze van deze bundeltitel plaatst de dichteres alle overgebleven teksten in het teken van leven, liefde, kunst en dood. Hoewel er nuances in betekenis zijn, wordt een zwanenzang al vanaf de klassieke oudheid gebruikt als een symbool voor het laatste meesterwerk van een kunstenaar vlak voor diens sterfmoment. Het is een gelukkige keuze want vrijwel al Vandewalles teksten zijn doortrokken van genoemde vier thema's. Hopelijk bedoelt zij er niet mee dat dit haar laatste boek is.
Spreken deze in alle kunst belangrijkste onderwerpen de lezer al aan, haar werk wordt extra spannend waar zij ze met elkaar vervlecht. Een mooi voorbeeld van zo'n lach en een traan, letterlijk, bezegelt het volgende vers over dementie. Het komt uit de derde bundel:
Wanneer ik zijn kamer betreed
valt op hoe overstuur hij is
zijn ogen schichtige vissen in een vijver
hij kan me niet meer thuisbrengen
geeft na enig aarzelen toe dat dit
de heerlijkste dag is van zijn leven
nu ik hem kom bevrijden
en hij reikt me zijn pols
waarrond de band met identificatie
dat het oorlog is, verkondigt hij
en hij met eigen ogen heeft gezien
hoe mensen om zich heen
gebrandmerkt en afgevoerd werden
tranen van angst slaan om
in tranen van vreugde
Vandewalle berekent haar effecten eerder met behulp van betekenis en beeldspraak, die in haar parlando nog extra kracht krijgen, dan met ritme en klankovereenkomst. Daar komt ze regelmatig met ware trouvailles op de proppen. Efficiënt kunnen ze ook zijn, bijvoorbeeld de asyndetische vergelijking van de ogen met "
schichtige vissen in een vijver" die op de tegenstelling tussen de snelle bewegingen en de besloten ruimte leunt.
De alledaagse uitspraak in regel 4 krijgt vanwege de tweevoudige duiding extra kracht. Daarnaast is hier nogmaals een verdieping omdat het feitelijk niet gaat om een man die een vrouw (zijn dochter, gezien het woord “oorlog”?) niet meer thuis kan brengen maar andersom. Een ander contrast biedt natuurlijk het woordpaar “
bevrijden” en “
band” waarbij “
band” dan wel een relatie mag suggereren maar hier vooral als boei fungeert.
Het gebruik van "
zich" verwart. Elke keer wil ik daar toch 'hem' lezen. Wat zou Vandewalle hier mee bedoelen? Een dubbelsprong van vereenzelviging, namelijk van de vrouw naar de man naar de slachtoffers? Het lijkt een taalfout maar is dat niet als het voornaamwoord verbonden wordt met het ‘slaan’ in de voorlaatste regel. Weliswaar is dat het werkwoordelijk deel van ‘omslaan’ maar onbewust zullen de lezers toch de combinatie ‘om zich heen slaan’ gewaarworden. Mede daarom staat dan het voorzetsel "
om" op een uitgelezen plaats. Als Vandewalle dit bekokstoofd heeft, is het een slimme zet, en anders gewoon een gelukstreffer.
Al slalommend door het boek viel me op hoezeer Vandewalle zich om geluid en volume bekommert. Dat er gezongen wordt, en gehuild, gesnikt en geruist, zal geen verbazing wekken. Heel wat bundels zuchten onder een veelvoud van dit soort woorden. Maar Vandewalle presenteert hier veel gedenkwaardige effecten. Enkele voorbeelden: “
de stad krult en brult van drift”, “
de zon schettert op de ramen”, “
een zwerm spreeuwen kleppert erheen”, “
woordloos bedrijven ze poëzie // kirrend en woordloos”, en “
meeuwen van broos porselein & eeuwig schreeuwend breken door de straten”.
Ook voor bewegingen probeert ze vaak verrassende én treffende woorden te vinden:“
ondertussen hebben ze mekaar / bekeken en betast / met hun vele diamanten vingers”, “
zwaluwen doorkruisen / aldoor hun geest”, “
de kamer / hitsige adem / kolk en spiraal”, “
de tram vroegtijdig verlicht / krast voorbij / halfvol met stokstijf gezetenen”.
Deze geluids- en bewegingsfragmenten laten ook zien dat Vandewalle er lexicaal op los experimenteert. Soms vliegt ze hierbij uit de bocht, meestal weet ze een balans te vinden tussen spreektaal en expressie.
Annmarie Sauer
Foto: © Albert Hagenaars, 2013.
Ik zou het boek tenslotte te kort doen als ik niet ook aandacht aan het vertaalwerk gaf. Annmarie Sauer (Dayton, Ohio) is niet de eerste de beste. Haar multiculturele afkomst, ze heeft ook nog wat druppels Duits en Indiaans bloed, maakt dat ze afwisselend in Europa en Amerika woont. Ze werkte als tolk voor het Europees Parlement en heeft een reputatie opgebouwd als vertaalster van poëzie. Het feit dat ze zelf dichter is, heeft daar zeker bij geholpen. Daarnaast is ze actief als bestuurslid van PEN Vlaanderen.
Ik kies haar omzetting van het erotische gedicht bovenaan. Dat wordt, voor wie serieus wil vergelijken, veel scrollen dus. Hopelijk wordt er tijdens het naar boven en beneden en weer naar boven vingeren tussendoor ook telkens wat herlezen.
Again longing for your thousand hands
along my body
your cunning in heat tongue
again our bodies topsy-turvy
mindful of how the whip cracks
again the hoary tossing about
and right at the cusp
the singing of the small swansong
one morning later
again longing for all over again.
Juist bij de regels en beelden waar je de grootste problemen verwacht laat Sauer zien hoe behendig ze opereert. “
Je lepe loopse tong” bijvoorbeeld wordt het grammaticaal anders geconstrueerde "
your cunning in heat tongue” die ritmisch desgewenst op twee manieren te lezen is.
“
Topsey-turvy”, uit de combinatie van top plus de niet meer actieve infinitief terve (= to overturn), is ook een geslaagde vondst voor "
overhoop" omdat deze uitdrukking meer betekenis draagt dan het Nederlandse equivalent. Naast 'disorder' en ‘confusion’ schuilt er ook ‘upside-down’ in, ‘inverted’, en dat levert in een seksueel getint gedicht als het onderhavige een extra suggestie op.
Sauer is consequenter dan Vandewalle bij het repeterende “weer”, dat in het Nederlands vier keer voorkomt, tegen “again” vijf keer waaronder twee maal in de slotregel, heel toepasselijk aan het begin en het einde ervan, wat niet alleen het cyclische karakter van het liefdesspel versterkt maar juist hier ook de betekenis van de regel. Het grijpt daarnaast meteen terug naar het allereerste woord. Goed gedaan!
“
The singing of the small swansong” komt dan door de overlapping als een zwaktebod over maar is nog altijd een getrouwe omzetting van "
het zingen van de kleine zwanenzang".
Deze bloemlezing toont aan dat het voor de samenstelling van een poëzieoverzicht niet op de eerste plaats uitmaakt hoeveel bundels eraan ten grondslag liggen, zolang er maar overtuigend voor kwaliteit wordt gekozen en eventuele losse gedichten in een relevant verband worden gezet. Dit nu is Vandewalle gelukt. Dat ze haar werk tegelijk een potentieel veel groter verspreidingsgebied gunt is daarmee een terechte keuze. Zij zal zelf vast betere woorden hebben dan mijn beschrijving van het geluid, zwaar ruisend, van haar nu brede vleugelslag, mogelijk gemaakt door de twee toch al zozeer verwante, en in dit opzicht nog eens harmonieus op en neer gaande talen.
ROSE VANDEWALLE; ‘Zwanenzang/Swansong’; English translation Annmarie Sauer; 86 pagina’s; Uitgeverij Dodopers, Eindhoven; 2015; ISBN: 978-90-822047-2-8; NUR: 306; Prijs: € 10,00.
www.alberthagenaars.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten