donderdag 15 augustus 2013

INGRID JONKER - Ik herhaal je



‘MET MIJN EIGEN DOOD OP MIJN TONG’

Albert Hagenaars over de poëzie van Ingrid Jonker

Hoeveel meerwaarde kan de achtergrond van een dichter aan diens werk geven? Hoe verhouden zich poëzie en actualiteit, privé-leven en politiek? Dit soort vragen dient zich al gauw aan bij het lezen van ‘Ik herhaal je’, de selectie uit het werk van de Zuid-Afrikaanse Ingrid Jonker (1933 - 1965). Gerrit Komrij tekende voor de samenstelling en vertaling, Henk van Woerden voor een nawoord.

Dit boek biedt een waar leesavontuur, niet alleen omdat de gedichten in het Afrikaans (links) en Nederlands (rechts) naast elkaar staan en het vergelijkingsmateriaal van beide, nauw verwante talen zich ophoopt, maar ook omdat de dichteres persoonlijke dramatiek vervlecht met de Apartheid en de bewogen nasleep, die ook aan onze huiskamerbeleving gebonden zijn. Toch heeft ze ook in haar vroegste en persoonlijkste regels genoeg te zeggen:


PUBERTEIT

Die kind in my het stil gesterf
verwaarloos, blind en onbederf

in ’n klein poel stadig weggesink
en iewers in die duisternis verdrink

toe jy onwetend soos ’n dier
nog laggend jou fiesta vier.

Jy het niet met die ru gebaar
die dood voorspel of die gevaar

maar in my slaap sien ek klein hande
en snags die wit vuur van jou tande:

Wonder ek sidderend oor en oor
Het jy die kind in my vermoor...?



In Komrijs omzetting wordt dat:


PUBERTEIT

Het kind in mij is stil gestorven
verwaarloosd, blind en onbedorven

in een kleine poel traag weggezonken
en ergens in duisternis verzonken

toen jij onwetend als een beest
Je hebt niet met dat grof gebaar
de dood voorspeld of het gevaar

maar als ik slaap zie ik kleine handen
en 's nachts het wit vuur van je tanden:

Ik ril en één vraag brandt aldoor
Heb jij het kind in mij vermoord...?


Waar ze ook over schrijft, de demonen, de donkere kanten zijn nooit ver. Aan de nieuwsgierigheid die haar beklemmende beelden oproepen, wordt deels tegemoet gekomen door Van Woerden, die in zijn nawoord (een eufemistische omschrijving voor die maar liefst 86 pagina’s)inclusief epiloog en noten een biografische schets geeft, de eerste in het Nederlands!
Ingrid Jonker blijkt een net zo spannende als labiele persoonlijkheid te hebben gehad. Ze creëerde werk waarvan veel waarschijnlijk nog lang overeind zal blijven maar betaalde de hoogste prijs. Er zijn opvallend veel overeenkomsten met het leven van haar tijdgenote Sylvia Plath (1932-1963), die eveneens de dochter van een geletterde vader was, vroeg een ouder verloor, met een kunstenaar trouwde, een beurs/prijs ontving, psychiatrisch verpleegd werd, een scheiding doormaakte, een dagboek bijhield, soortgelijke thema’s bespeelde, een relatie met een belangrijke schrijver had (Jonker met André Brink, Plath met Ted Hughes) en een einde aan haar eigen leven maakte.
Een groot verschil is dat Jonker onverwacht beroemd werd met een gedicht; een vers over een door het leger vermoord zwart kind dat in korte tijd tot een symbool van het nieuwe Zuid-Afrika uitgroeide en ook daarom door Mandela in 1994 tijdens de opening van het parlement voorgelezen kon worden:


die kind wat net wou speel in die son by Nyanga is orals
die kind wat ’n man geword het trek deur die ganse Afrika
die kind wat ’n reus geword het reis deur die hele wêreld

Sonder ’n pas
.


Hij las zijn citaat evenwel in de Engelse vertaling voor!





Van Woerden verdient alle lof voor zijn relaas, dat niet zonder tegenwerking van familie van de dichteres tot stand kwam. In een passende stijl maar met voldoende afstand tot zijn object weet hij de lezer te overtuigen van het belang van Jonkers kleine oeuvre, en ontvouwt hij de achtergronden waartegen dat tot stand kwam, waarbij hij ook, zij het kort, feiten en feitjes opdist over eerder bij ons bekend geworden Zuid-Afrikaanse auteurs als o.a. N.P. van Wyk Louw, Breyten Breytenbach en André Brink. Zijn stuk leest als een korte roman!
De uitgever bewees dat de werkwijze waarmee een nagenoeg onbekend talent in de Nederlandse literatuur wordt gelanceerd uitermate belangrijk is. De ingrediënten in dit geval zijn: een selectie van het beste materiaal, een dicht bij het origineel blijvende maar toch voldoende vrijheid nemende omzetting in het Nederlands van een ervaren vertaler die bovendien dichter is, en de aanzet tot een biografie van een prozaïst in opkomst, die zelf in het betreffende land woonde en mede daardoor voor een goede inbedding kon zorgen. Dit alles vormt een krachtige combinatie, een resultaat waar een breed publiek zich mee mag laten verrassen, 35 jaar nadat Ingrid Jonker aanspoelde op het strand van Drieankerbaai...


Meester, by die voorhangsel van die daerad,
met my eie dood op my tong gee ek jou terug
aan die lewe
.


INGRID JONKER: ‘Ik herhaal je’ Een selectie uit haar gedichten, vertaald door Gerrit Komrij en ingeleid door Henk van Woerden. Uitgever: Podium.



Albert Hagenaars, 17 april 2000. Gepubliceerd in de Haagsche Courant.


www.alberthagenaars.nl